Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Niet [25]onttrekkende, maar alle goede trouw bewijzende; opdat zij [26]de leer van God, onzen Zaligmaker, in alles [27]mogen versieren. 25. Dat is, heimelijk met listigheid en steelsgewijze iets van de goederen der heren tot zich trekkende. Zie van dit woord Hand.5:2,3. 26. Namelijk die zulks gebiedt en die zij aangenomen hebben en belijden. 27. Hetwelk geschiedt, als zij deze in het werk stellen en in alles volgen.